Atlastherapie volgens de methode van Arlen

Een neurofysiologisch concept

Om neuromotorische storingen van verschillende oorsprong zoals langdurige pijnsituaties van het bewegingsapparaat te beinvloeden. Een nieuwe behandelingsmethode met uitwerking op het evenwichtssysteem, de spierspanning, de zelfwaarneming, de pijnervaring, op vegetative funkties... en daarnaast ook om zogenaamde blokkades op te heffen.

Wat betekent Atlastherapie? Atlas is een figuur uit de griekse mythologie die het hemelgewelf draagt. In het medische taalgebruik wordt de eerste halswervel de Atlas genoemd: deze draagt de schedel en staat middels gewrichten naar boven in kontakt met de schedelbasis,naar beneden met de Axis, de tweede halswervel. Door middel van kapsels, banden en een heel speciaal en bijzonder systeem van spieren is de atlas met zijn buren verbonden.

Die Kopfgelenke

Bij de atlastherapie wordt de Atlas zelf eigenlijk helemaal niet behandeld: het is eerder de hevel waarmee invloed uitgeoefend wordt op dat bijzondere systeem van spieren , dat het achterhoofd, atlas en tweede halswervel met elkaar verbindt, en dat van buitenaf niet direkt te bereiken is. In deze spieren zitten kleine voelorganen, ook receptoren of sensoren genoemd, die registreren welke positie het lichaam in de ruimte heeft en ook in welke spanningstoestand de spieren en pezen van het hele lichaam zich bevinden. Deze receptoren staan in kontakt met het evenwichtsorgaan in het binnenoor en hebben direkte verbindingen met bepaalde hersencentra, die verantwoordelijk zijn voor de orientering in ruimte en zodoende de grove en fijne motoriek beinvloeden en de spieren voor houding en beweging sturen. Verder staan ze in kontakt met gebieden in de hersenen waar pijnsignalen uit het bewegingsapparaat verwerkt worden. Deze receptoren vormen dus een waarnemingsorgaan, dat informatie naar de hersenen stuurt, waar deze in bepaalde reakties wordt omgezet. In geval van storingen in het systeem zoals bij bepaalde ziektes van het bewegingsapparaat worden foute signalen doorgegeven of er worden signalen doorgegeven die de storing zelf signaleren zoals bij pijnen het geval is. Met de atlastherapie heeft men de mogelijkheid een foute informatieverwerking te korrigeren en de symptomen van de ziekte te verzachten of op te heffen.

Hoe wordt de atlastherapie uitgevoerd? Het principe is als volgt: de therapeut geeft met zijn middelvinger een bliksemsnelle impuls op het uitsteeksel aan beide zijde van de atlas en daarmee op de boven beschreven receptoren die gelegen zijn in de spieren van de hood/halsovergang. Deze impuls wordt zeer precies in een bepaalde richting en dosis kracht uitgeoefend. Hierdoor worden de spieren voor de fraktie van een sekonde uitgerekt wat tot gevolg heeft dat de receptoren een kompleet ander waarnemingsbeeld aan de hersenen doorgeven , waar het heilzaam omgezet wordt.

De bovenbeschreven impuls die bij de atlastherapie uitgeoefend wordt is zeer individueel, zo moeten de richting waarin de impuls gaat en de dosis van de kracht en het aantal impulsen voor elke patient apart bepaald worden. Dat is dan ook de bijzondere moeilijkheid bij deze op het eerste gezicht simpele behandelingsmethode. Daarnaast moet de werking van elke therapeutische ingreep door middel van een komplex onderzoek, dat voor elke indikatie weer anders is, beoordeeld en gekontroleerd worden.

Behandlungsmethode

Dat is de reden waarom voor de scholing in de atlastherapie volgens Arlen een afgesloten opleiding tot chirotherapeut een vereiste is. Voor de behandeling vsn bewegingsstoornissen bij zuigelingenen kinderen bestaat een aparte opleiding,die men pas kann volgen nadat men de opleiding der atlastherapie met succes heeft afgesloten. Beide opleidingen wordenmet een schriftelijk en mondeling examen afgesloten. De atlastherapie volgens Arlen is medische ingreep in de zin van de wet en daarom worden alleen artsen hierin opgeleid. Fysiotherapeuten, masseurs , en andere paramedische beroepsuitoefenaars worden in deze methode niet opgeleid.. Verantwoordelijk voor de opleiding is de Ärztegesellschaft für manuelle Kinderbehandlung und Atlastherapie e.V. (ÄMKA); opleidinsplaatsen zijn Villingen in het Schwarzwald, Tangermünde en Hannover

Wat is het verschil tussen de atlastherapie en de normale chirotherapie?

Dat verschil is heel groot. De atlastherapie is geen manipulatie in de zin van een chirotherapeutische handgreep, er wordt niet geknakt, of „rechtgezet“ of gereponeerd. Heel belangrijk is, dat, in tegenstelling tot de chiropraxie, er bij de atlastherapie geen voor de behandeling typische risiko`s bestaan, omdat de technische uitvoering van de impuls volledig vanuit de neutrale houding van de Halswervelkolom uitgeoefend wordt dus zonder rek, of draaiing van het hoofd, noch met voorover of achterover geneigde halswervelkolom. Een beschadiging van slagader in der Halswervelkolom , zoals bei de chiropraxie wel mogelijk is, is bij de atlastherapie nog nooit beschreven en ook onvoorstelbaar.

Bij welke aandoeningen wordt de atlastherapie toegepast?

De atlastherapie wordt met succes toegepast bij pijnsyndromen uitgaande van de Wervelkolom en funktionele storingen van het bewegingsapparaat: bijvoorbeeld pijn in de nek, lage rugklachten, hoodpijnen zoals spanningshoofdpijn, hoofdpijn uitgaande van de nek, of aan een zijde gelokaliseerde hoofdpijn en gezichtspijn op basis van zogenaamde blokkades in de Halswervels. Ook kunnen sommige vormen van duizeligheid, tinnitus , pijn bij akute herpes zoster (gordelroos) en de gevolgen van een zogenaamd whiplash trauma vaak met succes behandeld worden.

Extra aandacht verdient de werking van de atlastherapie bij verschillende neurologische aandoeningen: bijvoorbeeld gevolgen van polio en bepaalde vormen van multiple sklerose waar een verbetering van de symptomen bereikt kann worden. Hetzelfde geldt voor bepaalde vormen van myopathien. Zeer bekend werd de atlastherapie door zijn positieve effekten bij zuigelingen met motorische ontwikkelingsstoornis, vooral bij het syndroom van asymmetrische tonus van de zuigeling, in de volksmond ook „KISS“ genoemd. Verder wordt deze therapie ook toegepast bij sensomotorische storingen op kinderleeftijd (vaak ook als ADS beschreven)en bij infantiele cerebrale paresen en spasticiteit.

Wetenschappelijke onderzoeken tonen aan ,dat de atlastherapie een belangrijke aanvulling is naast fysiotherapie in de behandeling van kinderen met bewegingsstoringen.